Ziek zijn. . . Beter worden? Pagina bijgewerkt op 19-10-2011

Woensdag 19-10-2011

Gisteren ben ik voor het eerst naar de Linus Pauling Kliniek in Waalre geweest. Na het gesprek met de artsen heb ik een bloedonderzoek en mijn eerste infuus met vitamine C gekregen. Tevens heb ik een injectie met een kleine hoeveelheid Gc-MAF gehad om te kijken of ik hierop goed zou reageren. Dat was gelukkig het geval. Ik ga het aankomende jaar verder met deze therapie  wat best wel belastend is, want dit betekend iedere week een dag naar Waalre voor controle en een infuus. Dat infuus neemt ongeveer 3 uur in beslag.

---------------------------------------------------------------------
Maandag 03-10-2011 

Vandaag vroeg in de morgen de eerste zending voedingssupplementen en vitaminen ontvangen. Gelijk maar begonnen met innemen, want ik moest toch nog ontbijten. Ik zou de maand wel vooruit willen kijken, want ik ben erg benieuwd of er na één maand al iets te bemerken valt. Spannend hoor.

---------------------------------------------------------------------Bezoek aan de internist

Op 21 september heb ik overleg gehad met de internist. De internist heeft mij meegedeeld dat er geen 6e chemokuur gaat volgen omdat ik dit niet aan zal kunnen. Zoiets had ik zelf ook al gedacht nadat ik verschrikkelijk ziek was geworden bij de 5e chemo. Nog ben ik daar niet helemaal overheen.
Mijn eerstvolgende bezoek aan het ziekenhuis zal nu zijn op 22 november voor bloedonderzoek en een CT-scan. De uitslag hiervan zal ik op 7 december krijgen.
Er is nu geen behandeling meer, maar alleen pijnbestrijding.


Ik heb met de internist gesproken over Natuurgeneeskunde. Hier had hij niets op tegen, maar kon daar zelf niet naar verwijzen. Wel heb ik alle uitslagen van de scans en bloedonderzoeken gekregen.


Volgende week ga ik aan de slag met de natuurgeneeswijze, van mijn bevindingen zal ik verslag doen op dit blog. Ik ben benieuwd wat het zal gaan worden. Momenteel is dit de enige geneeswijze die nog openstaat want de reguliere geneeskunde heeft mij niets meer te bieden dan alleen pijnbestrijding.


GELEZEN BOEKEN:

Niet-toxische tumortherapie / druk 1 Niet-toxische tumortherapie - A.J. Houtsmuller

Censuur - Wat u niet mag weten over uw gezondheid - Dr. Gábor Lenkei
120 jaar jong van Prof. Dr. J.G. Defares










---------------------------------------------------------------------
De onderstaande overdenkingen zijn al 2 maanden oud. Ik wilde dit al eerder plaatsen op mijn oude weblog, maar kon daar geen toegang meer krijgen omdat zij veranderingen aan het doorvoeren waren. De laatste gegevens over mijn bevindingen met mijn ziekte worden in de loop van de volgende weken toegevoegd.

Oude gegevens
23 juli 2011

De dokter

Er is nu een tijd aangebroken dat ik liever had dat de dokter tegen me zou zeggen ‘gewoon uitzitten’ en dat hij één of ander drankje of pilletje voor zou schrijven. Nu wordt er geluisterd en wordt er uitleg gegeven.
Toen was dat niet nodig. Nu helaas wel.

Afscheid nemen
Voor mij als vertrekkende mens is afscheid nemen minder eng als voor de thuisblijver. Ik ga nieuwe dingen ontdekken. De thuisblijver moet hetzelfde doen (en meer) als altijd.
Ik vertrek en ga mijn dierbaren ontmoeten, die naar mijn komst uitkijken en voor onderweg heb ik goed gezelschap, want de Here Jezus is bij me. Beter gezelschap kan ik me niet wensen, want zelfs door het diepe dal der duisternis is Hij bij me. Psalm: 23:4. Hij is een goede gids want dit traject heeft Hij zelf ook afgelegd.

24 juli 2011

Geestelijk niet tevreden zijn kan een "be a blessing in disquise".

Waarom spreekt me dat ineens aan?
Gisteren besloten na overleg met Asje en Debby wat ik ga doen, wel of niet chemo.
Niet, dan leg ik me bij de situatie neer. Wel, dan ga ik strijden en niet alleen lichamelijk maar in eerste instantie "Geestelijk"!
God weer voor 100% zoeken en meemaken welk een zegen dit is. Groeien in Zijn liefde en overvloed.
Dat betekent dat de trein moet stoppen want als ik ga borrelen zal ik toch moeten getuigen.
Als ik namelijk hongerig en dorstig ben zal ik niet teleurgesteld worden, Joh. 6:35.
Eten en drinken dus van het levende water!

In de afgelopen maanden moest ik eerst komen tot besef “Uw wil geschiede” en nu mag ik mijn geestelijk leven gaan voeden met het levende brood en water maar toch blijft het belangrijk te beseffen dat het nog steeds is “Uw wil geschiede”. Ik moest vanmorgen ook nog wel even grinniken toen ik mijn ontbijt ging maken. Vroeger at ik ’s morgens pap en brood als kind bij mijn moeder thuis. Later op eigen benen staand, at ik niks.
Nu ben ik weer terug bij de pap.
Daar zal best wel weer brood bij gaan komen, maar pas weer als ik het zelf kan klaarmaken.

Geestelijk is mijn leven net zo verlopen. God had mij allang vergeven, ik moest het alleen nog accepteren. Maar ik heb nu mijn cadeau uitgepakt en heb de vergeving bewust aanvaard.

Ik heb als jong meisje mijn hand aan de Here Jezus gegeven en kreeg geestelijk voedsel dat makkelijk te verteren was en later wat vastere kost.
Toen is er een kentering in mijn geestelijk leven gekomen en ben ik begonnen met het eten van het levende brood over te slaan. Nu ben ik weer terug bij het eerste begin en letterlijk en figuurlijk weer aan de pap.

Simson
Net als bij Simson (zijn haar werd afgeschoren) zal mijn haar er straks weer afgaan. Maar als het weer zal gaan groeien zal de kracht weer terugkomen en zal ik voor mijn God nog eenmaal kunnen exploderen oftewel een getuige kunnen zijn, want als ik niet praat over mijn belevenissen ben ik egoïstisch bezig.

26 juli 2011 ’s nachts 2:30

Ik las in Hand. 2, vers 26: “Ik zag de Heer te allen tijde voor mij. Hij is aan mijn rechterhand opdat ik niet wankelen zou.”
Dat is precies hoe ik het zag: mezelf aan de linkerhand van de Here Jezus.
Hij liep recht groot en licht. Ik liep ernaast klein nog en blij.

26 juli 8:20

Nazareeën – haren – belofte – chemo?
Vannacht heb ik een heel stuk uit Handelingen gelezen. Onder andere Hand. 18:18 over Paulus op reis naar het oosten toen hij zijn haar had laten afknippen.
Omdat ik bij het starten van de chemo weer m’n haar kwijt zal raken was ik nieuwsgierig naar de achterliggende gedachte hierover. In de bijbel staat hierover een verwijzing naar Numeri 6. Het komt er onder andere op neer dat na een bijzondere belofte gedaan te hebben zich aan God te wijden geen scheermes het hoofd meer mag aanraken. Verderop in het hoofdstuk gaat het erover dat hij/zij geen dode mag aanraken of in de buurt komen.

Frappant: chemo –kaal

Belofte aan God – geen dode die al die tijd Heilig voor God.

27 juli 8:30

Gisterenavond en halve nacht erg veel pijn gehad en als ik het vanmorgen bekijk denk ik dat er weer iets doorgezet is want m’n linkerkant is nu slechter.
Ik heb gelukkig wel kunnen slapen. Asje en ik hebben samen gebeden of de Heer de pijn wilde wegnemen; dat was fijn om samen te doen.
Ik leer heel veel deze tijd en bedacht vanmorgen dat alle dingen meewerken ten goede.
Ik was altijd graag alleen en nam het liefst alle beslissingen zelf, nu is het steeds meer zo dat ik anderen nodig heb en dat ze er ook zijn om te helpen, te overleggen en samen te beslissen.

Lukas 6:46

Dat was vannacht speciaal voor mij.
Ik was boos en obstinaat, kon niet slapen, alles deed pijn en had allerlei verwijten want waarom was dit nou weer.
Ik had alles overgegeven aan de Heer en toch zo onrustig. Uiteindelijk maar naar beneden gegaan, ik sloeg nog net niet met de deuren. Eenmaal in mijn stoel beland met een bakkie koffie zag ik daar m’n bijbel liggen en vroeg me af waar ik gebleven was, nou Lukas 6:46 dus: “Wat noemt gij mij Here, Here en doet niet wat ik zeg.”
Ja, maar wat dan. Goed ik kwam er niet uit.
Bozig heen en weer geloop, echte koffie zetten, opnieuw op mijn manier. Na een half uurtje enigszins tot rust gekomen het Engelse dagboekje gepakt en wat was de tekst voor deze nieuwe dag? Juist ja, Lukas 6:46, maar dan in het Engels.
De uitleg erbij was echt op mijn lijf geschreven. Het kwam er op neer dat ik het nog steeds op mijn manier wil doen. God liefhebben zoals het mij uitkomt, zelf de situatie bepalen en luisteren ho maar. Hoe hardleers kan ik zijn!
Leren moet ik dus nog steeds maar het leuke extra dat ik uit deze situatie is te weten dat er nog voldoende energie in m’n kapotte lijf zit om inspanning te leveren, te vechten, ongekende bronnen aan te boren.
God leert mij mijzelf te kennen en te doorgronden. Ook deze negatieve situatie is door te luisteren omgekeerd naar positief. Met Gods hulp kan ik meer dan ik denk.
Maar ach, hoe vaak zal de Here de dingen nog 2x tegen me moeten zeggen voordat ik luister en het begrijp.
Geestelijk leven en het dagelijkse leven samen in balans, maken de combinatie uniek.
Het geestelijke leven staat niet los van het normale leven, het houdt elkaar in evenwicht en zorgt voor groei. Dat las ik vandaag in Job 33:4: Gods Geest heeft me geschapen en de adem van de Almachtige heeft me levend gemaakt. “Evenwicht” is er dus al vanaf het begin.

31 juli 2011

Mijn lichaam is voor God niet belangrijk. Voor Hem is het een aards instrument. Het wordt pas belangrijk als de klank van dit instrument zo is afgesteld dat het Zijn geluiden door kan geven. Het hoeft alleen maar te reageren op Zijn aanraking, want uit zichzelf kan een instrument geen klanken voortbrengen.
------------------------------------------------------------------------------
Oude gegeven van mijn eerste blog.
Het laatste nieuws
8 February 2011
Ik had jullie dit al eerder willen schrijven, maar doordat er veel bestellingen waren binnengekomen na de nieuwsbrief, was ik er nog niet aan toegekomen. Het is wel belangrijk nieuws, tenminste voor mij.
Afgelopen donderdag (3 februari) heb ik de uitslag van de CT scan gekregen. Het kwam er op neer dat de chemo helemaal niets heeft uitgehaald. De plekjes waren precies hetzelfde gebleven, ze waren niet gegroeid, maar ook niet kleiner geworden. Wel was er geconstateerd dat het vocht was afgenomen, maar dat is niet dankzij de chemotherapie.
Hierna heb ik een beslissing genomen, die waarschijnlijk niet iedereen kan begrijpen, maar ik ben gestopt met de chemo. Als mijn lichaam zo ziek wordt gemaakt en al mijn organen aangetast worden, maar er toch geen verbetering is, vindt ik het niet zinvol om met deze therapie door te gaan. Gelukkig kon de oncoloog begrijpen wat ik bedoel. Wel blijf ik onder controle en wordt er over 6 maanden weer een CT scan gemaakt om te zien of er verandering heeft plaats gevonden.
Ik ben echt niet over één nacht ijs gegaan met deze beslissing. Hierover had ik al veel langer nagedacht, omdat het niet zomaar een pilletje is dat je al dan niet in kan nemen.
Ik heb nu gevraagd of mijn linkerarm onderzocht kan worden. Voor het probleem met deze arm ben ik in eerste instantie vorig jaar naar het ziekenhuis gegaan. Men heeft zich toen vast gebeten in de plekjes die ontdekt werden boven de borst die in 2003 al geopereerd was voor borstkanker. Nu is er een uitgebreide echo van mijn linkerarm gemaakt om te kijken naar het dubbele bloedvat systeem dat zich daarin bevindt. Over 2 weken krijg ik hiervan de uitslag en zullen de eventuele vervolgstappen ondernomen worden. Ik ben nu eigenlijk weer aangeland bij het begin. De linker arm die niet goed meer functioneert en waarvan men aannam dat het gerelateerd was aan de eerdere borstkanker uit 2003.
In de tussentijd blijf ik oedeemtherapie volgen, want de schouder en arm zijn nog steeds dik van het vocht, wel iets minder dan een paar maanden geleden, maar helaas nog niet goed. Ook de fysiotherapie afgewisseld met accupunctuur gaat gewoon door, omdat hier toch al aardige resultaten zijn behaald. Ik ben iets meer mobiel dan 4 maanden geleden.
Het laatste nieuws is dat ik gisteren met de auto naar de bibliotheek ben geweest. Goed hè.
Debby zat naast me om als het nodig was terug naar huis te rijden. Gelukkig kon ik het allemaal zelf. Nu is het nog niet zo dat ik nou overal weer naar toe zal gaan rijden, maar gewoon het gevoel van weer zelfstandig functioneren, och dat is heerlijk.
Ik hou jullie op de hoogte en hoop dan alleen maar goed nieuws te kunnen brengen.
Magda
Van de regen in de drup
2 December 2010
 Beste dames, mag ik me even voorstellen. Wij zijn de 2 ingehuurde handjes van Magda en de naam is Jet. Aangezien het typen niet meer gaat, zijn wij de type-miepen die het typewerk de komende tijd zullen overnemen.
Het is voor mij komisch om te zien hoe ze probeert m’n handjes aan te sturen. U bent getuige van ons eerste experiment.
- – - – - – - – - – - – - – - – - – - – - – - – - – - – - – -
Lieve dames, allereerst heel hartelijk bedankt voor al jullie emails, mooie kaarten en andere blijken van medeleven. Het heeft mij verbaasd hoeveel mensen er met hetzelfde bezig als ik op dit moment. De kaarten waren prachtig, sommige met een mooie bos bloemen en sommige met een mooie foto van een quilt. Op de momenten dat ik genoeg energie had, las ik alle kaarten, maar er zijn ook momenten geweest dat ik ze vluchtig inkeek en dacht: ‘dat doe ik straks wel’. Zo ook die ene kaart met een prachtige quilt in diverse paarstinten. Hierin stond ter bemoediging een tekst uit de bijbel. Op dat moment was het mij teveel om precies op te zoeken wat er zou staan. En uit dit moment zou zich een verhaal ontwikkeld.
God is in control en heeft humor.
Vannacht lag ik in m’n bedje en voelde me diepongelukkig. Omdat ik geloof, is mijn uitlaatklep bidden. In dit geval was het niet bidden, maar eigenlijk meer zeuren en vertellen aan God dat ik me diepongelukkig voelde en dat ik graag wat anders zou willen en natuurlijk het waarom.
(Mocht u nou zeggen: "godsdienst interesseert me niet", sla de rest dan maar over. Maar ik wil toch vertellen wat ik meemaak.)
Teruggrijpend op bovenstaande had ik op dat moment het idee dat mijn gelamenteer, want bidden wil ik het niet noemen, niet verder kwam dan het plafond. Maar ik had mijn probleem neergelegd bij de God waar ik in geloof. Een wezenlijk antwoord was er helaas niet tot enkele dagen later. Ik was bezig de kaartjes met goede wensen op een stapeltje te leggen en daar zag ik de paarse kaart, die ik eigenlijk nog niet goed gelezen had. In deze kaart werd door de afzendster verwezen naar de tekst van 1 Petrus 5:7. Goed, Bijbel uit de boekenkast geplukt en op zoek naar 1 Petrus 5:7. In mijn Bijbel begint de complete zin in vers 6 en letterlijk staat daar: “Vernedert u dan onder de machtige hand Gods, opdat Hij u verhoge te zijner tijd. Werpt al uw bekommernis op Hem want Hij zorgt voor u.”
Op dat moment werd mij duidelijk dat mijn gebed toch verder gekomen was dan het plafond. Want letterlijk werd me verteld mij te plaatsen onder de machtige hand van God, zodat Hij mij op Zijn tijd uit mijn ellende kon halen. Het werd mij duidelijk dat ik al mijn ellende aan Hem voor kon leggen en kreeg ik de belofte dat Hij voor me zou zorgen.
Toen werd me duidelijk dat alles gaat zoals het gaan moet, want normaal gesproken zou ik de kaart al veel eerder gelezen.
Humorvol vind ik mijn God zo af en toe. Het antwoord lag namelijk al dagenlang voor me klaar, maar werd mij gegeven op het moment dat ik het heel erg nodig had. Plus een tikkie op m’n vingers, zo van "Mijn kind, dit had je kunnen weten".
Afgelopen maand zijn er meerdere hoosbuien het familiefront gepasseerd. Het was niet altijd even makkelijk deze afgelopen maand, maar tussen alle ellende door waren er ook momenten dat we gelachen hebben.
Een middagje CT-scan met als ondertitel
“Kleed u zich maar even aan…”
Als zoveelste op een rij was ik weer eens in het ziekenhuis, nu voor een CT-scan van de weke delen (spieren, bloedvaten, etc.). Dit ter voorbereiding voor de chemo. Ter voorbereiding moest ik de dag voorafgaande aan de scan 4 flesjes contrastvloeistof drinken, niet bepaald een lekker drankje. Op de dag zelf nog eens 1 flesje verdeeld over een uur. In dat uur hebben Debby en ik in het restaurant van het ziekenhuis gezeten. Ik aan het flesje prut en zij aan een heerlijke maaltijd. Debby zei: “nou weet je ook eens hoe het voelt”, want in april van dit jaar was de situatie andersom. Toen zat Debby als gevolg van een eerder ongeluk, aan een flesje prut en ik aan een heerlijke maaltijd. Mede hierdoor wisten we dat de hele behandeling meer dan een uur zou gaan duren. Debby was moe en vroeg: “kan ik een dutje doen in de auto?” Ik zei: “ja hoor, kind, ik heb makkelijke kleding aan zonder metaal”. Toen ik opgeroepen werd door een medewerker van de CT-scan dacht ik alles goed voor elkaar te hebben tot hij een piepklein metalen siergespje ontdekte op mijn vestje. Dus het vestje moest uit. Eenmaal op de onderzoekstafel werd er een  infuus voor de contrastvloeistof aangelegd in mijn rechter arm, want de linker arm doet het niet, en werd de CT-scan gemaakt. De linker arm mocht ik naast me laten liggen en de rechter arm moest omhoog, naast mijn hoofd. Niet echt aangenaam met versleten schouders. Na de CT-scan heb ik met behulp van de verpleger de arm weer naar beneden gekregen en werd ik weer rechtop gezet. Al deze handelingen gaan namelijk erg moeilijk als beide armen niet mee willen werken. In het verkleedhokje moest ik wachten op de eerste goedkeuring van de CT-scan. Gelukkig bleek al snel dat de scan niet nog een keer hoefde en werd mij verteld: “kleed u zich maar aan”, waarop de verpleger ook gelijk weer verdween. En daar zat ik dan, twee armen die niet wilden meewerken. Eén met infuus en één stijf en ingezwachteld. Wat nu? Een vestje met zeker 12 knoopjes aantrekken, werd wel erg moeilijk. Eerst maar even het vestje opvissen en proberen om een arm in een mouw re krijgen. Dat werd dus met een gestrekte infuusarm proberen een ingezwachtelde arm in een mouw te frotten. Dit duurde ongeveer 5 minuten. En daar hing m’n vestje aan één arm. Probeer dan maar eens met je andere arm achter je rug langs in een mouw te komen die constant een andere kant opzwiert. Hoe doe ik dat nou? Gelukkig had op een gegeven moment in een prachtige zwaai van het vestje grip op een stukje. Door krampachtig vast te houden en tegelijkertijd op het middendeel van het vestje te gaan zitten kreeg ik de mouwtjes halverwege de armen. Met veel gefriemel kon ik de mouwen nog iets verder omhoog krijgen om daarna met mijn tanden de rest van het vestje op zijn plaats te trekken. Hè, hè, die zit, maar nou al die ….knoopjes nog. Gelukkig was het vestje flexibel en iets te groot, dus met een beetje rekken is het gelukt alle knoopjes weer dicht te krijgen. Achteraf had ik beter tegen de verpleger kunnen zeggen: “knip het gespje er maar af”, dat had veel gedoe voorkomen.
Daarna moest ik nog een kwartiertje wachten op de goedkeuring van de arts met betrekking tot de scan. Toen deze goedkeuring er eenmaal was, kon het infuus verwijderd worden en wat kreeg ik? Een drukverbandje, zo strak over m’n elleboog dat het ritueel van "aankleden" zich dreigde te herhalen, maar nu bij het aantrekken van m’n jasje. Gelukkig heeft een dame die op mijn jas en tas paste mij geholpen.
(PS
Ik (Jet) als handjes zijnde, vroeg aan Magda of er in de kleedkamer niet een voorziening was om iemand te roepen voor hulp. Waarop door Magda werd geantwoord: dat werkt niet bij eigenwijze mensen.)
U zult begrijpen dat Debby na dit fiasco nooit meer een dutje mag doen.Ik (Jet) als handjes zijnde, vroeg aan Magda of er in de kleedkamer niet een voorziening was om iemand te roepen voor hulp. Waarop door Magda werd geantwoord: dat werkt niet bij eigenwijze mensen.
De eerste chemo
In de week van de eerste chemo voelde ik me niet zo lekker. Mijn arm deed enorm veel pijn. De huisarts was geweest. De invallende internist had er op de dag van de chemo nog een keer naar gekeken, omdat alles anders voelde dan anders. Uit een extra bloedonderzoek bleek niet dat er iets aan de hand was. Dus met een naar gevoel kreeg ik ’s middags de eerste infusen toegediend. Toen bleek, waar ik zo enorm tegen op had gezien, wel mee te vallen. Alle infusen stroomden goed door en ik was binnen de tijd die daarvoor stond klaar. De sfeer op deze afdeling was  ondanks alle ellende, heel vriendelijk en meelevend. De verpleging, dat veel mij echt op, heeft alle tijd voor je. Op de vraag of ik bang was, heb ik ja geantwoord en op dat moment werd ik gerustgesteld door de extra uitleg en aandacht die mij gegeven werd.
Voor het weekend na de chemo had ik tegen iedereen gezegd dat ik niemand wilde zien, geen kinderen, kleinkinderen, hulpie, enz. omdat ik weet dat als ik mij ellendig voel ik erg onaangenaam kan zijn, zeker tegen degenen die mij het meest dierbaar zijn. Goed, ik heb al geleerd om bij dit soort buien te waarschuwen: “jongens, let op, ik ben niet aardig vandaag”. Meestal beginnen ze dan te lachen en is de bui alweer half over. Vroeger deed ik dat niet en dan liep iedereen de hele dag op z’n tenen.
Maar boven alle verwachtingen ben ik niet ziek geweest van deze eerste chemo. Dat was vrijdag.
Op zondagochtend werd ik om een uur of 6 wakker van een verschrikkelijke pijn in mijn arm. Zo erg, dat ik niet wist welke muur ik  zou nemen om met m’n hoofd tegenaan te slaan. Gewacht tot 9 uur om te bellen met het ziekenhuis. Mij werd verteld om meteen naar de spoedeisende hulp te gaan. Daar aangekomen was de procedure, eerst bloedonderzoek, dan een echo van de linker bovenarm.
Op de afdeling waar de echo gemaakt werd hadden ze een gloednieuw apparaat. Na een minuut of 5 bezig te zijn geweest wilde de verpleegkundige toch haar oude apparaat gebruiken want ze kon e.e.a. niet goed plaatsen. Daarom het oude apparaat aangesloten om te kijken wat die te zien gaf. Blijkbaar lukte dit beter wan na ca. 10 minuten was de echo klaar.
Hierna naar de afd. Radiologie voor de CT-scan. Dit werd gedaan om zeker te stellen dat er geen sprake was van een longembolie. En dan begint het grote wachten. Wat zeker niet gemakkelijk is omdat ik nog steeds geen muur had  gevonden om met mijn hoofd tegenaan te slaan, of te wel nog steeds enorme pijn en in het kader van het onderzoek nog geen pijnstillers. De pijnstillers die ik thuis had ingenomen werkten niet.
Na verloop van ongeveer 2 uur kwam de dienstdoende arts binnen om de resultaten van de echo en de CT-scan door te spreken. Mijn man was op dat moment even op de gang en kwam vlak na de arts binnen, waarna ze met een grapje zei: “ik was net van plan alles even vlug aan uw vrouw te vertellen. Het komt er op neer dat zij 2 bloedvatstelsels in haar arm heeft, dat komt voor, maar is zeldzaam.” Ik dacht echt dat ze een grapje maakte, want ik had nog nooit van zoiets gehoord.
Op zich bleek dit niet ernstig te zijn, ware het niet dat het ene bloedvat verstopt zat en het andere trombose had (en nog heeft). Hierna volgden de gebruikelijke dingen van opname, naar zaal en moeten blijven. Ik kreeg een cocktail van pijnstillers waarvan gezegd werd dat het binnen een uur zou moeten gaan werken. Niet dus. Daarna nog meer pilletjes. Ook niet dus. Inmiddels waren mijn zoon en schoondochter gearriveerd met m’n kussen, pyjama, toiletspullen, enz. Aangezien er die avond en nacht verder geen onderzoeken e.d. meer zouden plaatsvinden, heb ik  overleg gevoerd met de arts of ik naar huis zou kunnen. De artsen waren het daar eerst eigenlijk niet mee eens, maar ik voerde aan dat ik in het ziekenhuis niets kon: er was geen stoel zoals thuis waar ik makkelijk in kan zitten, het bed in het ziekenhuis is hard, dus zou ik beter in mijn eigen bedje kunnen slapen en thuis zou ik de afleiding vinden die ik in het ziekenhuis niet had. Al met al kwam het erop neer dat ik volgens mij beter af was om naar huis te gaan en mij op een later tijdstip eventueel weer te melden. Thuisgekomen bleek ik iedereen een heleboel werk bezorgd te hebben. Alle mensen die moesten weten dat ik in het ziekenhuis lag, konden weer gebeld worden dat ik, gewapend met een doos vol injectiespuiten tegen de trombose, weer thuis was. De enige voorwaarde dat ik het ziekenhuis mocht verlaten was dat er thuis iemand aanwezig moest zijn die mij injecties kon toedienen. Ik dacht: “Debby kan paarden prikken, dan kan zij mij ook wel prikken”. Haar reactie was echter: “ja maar, ik heb nog nooit een mens geprikt”. Op mijn mededeling: “dan doe ik het zelf wel” (dat mocht namelijk ook wel van het ziekenhuis), zei ze dat ze het wel zou doen. Tot op heden gaat dat goed. Als pijnstiller heeft de dokter de gulden middenweg gevonden. De morfinepleister! Wat een uitkomst. Het haalde in eerste instantie de top van de pijn weg en naarmate de trombose oplost, zakt de pijn steeds verder. Het is nu te verdragen en kan ik het weer een plekje geven.
Het haarwerk
Toch was er niet alleen ellende die week. Ik ben met m’n dochter naar de specialist in haarwerken geweest. De verwachting is dat ik een haarwerk nodig zal hebben na de 3e week van de chemo. Met de sneeuw- en kouverwachting kun je maar beter goed voorbereid zijn. En ik wil er natuurlijk ook goed uitzien als er open dag is. Degenen die mij en mijn dochter kennen, kunnen wel op hun 10 vingers natellen dat er diverse voor mij te begrijpen, maar voor een buitenstaander rare opmerkingen, werden gemaakt. Het begon al met een keuze tussen 10 minuten wachten of de trap op naar een paskamer boven. Aangezien 10 minuten wachten erger is dan de trap oplopen, koos ik voor de trap naar boven. De medewerkster (Inge) van de salon zei: “ik ga wel voor, omdat ik de weg weet”. Daarachter kwam Debby en toen ikke. Halverwege de trap keek Inge achterom waarop Debby zei: “ja, mijn moeder komt als laatste, want ik dacht: als ze naar beneden valt, lig ik er ieder geval niet onder”. U kunt natuurlijk wel begrijpen dat iemand die ons niet kent, dit wel een ietwat vreemde opmerking vond. Maar de luchtige toon was gezet. Boven hebben we een aantal bladen met haarwerken doorgekeken, de passende kleur uitgezocht en is Inge op zoek gegaan naar pasmodellen. We hadden weliswaar beneden een mooi rastamodel met hoofddoekje gezien, maar dat was toch geen optie. Inge kwam terug met 4 modellen. Eén van de modellen deed ons denken aan Marc Marie Huibregts die het vroeger altijd had over zijn cavia op z’n hoofd. En als je het eenmaal over haarstukken en cavia's hebt is de toon gauw gezet. Inmiddels was het echter 5 uur geworden, het tijdstip waarop mijn man thuiskomt. Om hem niet ongerust te maken, belde Debby hem op om te vertellen waar we waren. Dat ging ongeveer zo:
Asje: Neemt de telefoon op en vraagt: waar zijn jullie?
Debby: we zijn bij de dierenwinkel.
Asje: de dierenwinkel??? Wat moet je daar dan???
Debby: een cavia uitzoeken voor mama.
Asje: een cavia, wat moet ze daar nou mee??? We hebben al zoveel dieren.
Debby: nou, op haar hoofd zetten, straks.
Asje: ???
Debby: grapje, we zijn bij de haarwerkenspecialist. Als we hier klaar zijn, komen we naar huis.
Maar alle gekheid op een stokje, ik heb een mooi haarwerk uitgezocht en zodra ik deze ga gebruiken, zal ik een foto op de blog zetten, zodat jullie kunnen zien dat het best een mooie cavia is geworden.
Zo ziet u dat zelfs in regenachtige tijden er nog zonnige momenten zijn.
Ooit heb ik hierover een prachtige song gehoord en wil deze met u delen.
Onderstaand de tekst en de koppeling met Youtube.
IT WON'T RAIN ALWAYS klik op de titel om naar het liedje te luisteren
(Gloria Gaither / Bill Gaither / Aaron Wilburn)
Someone said that in each life some rain is bound to fall
And each one sheds his share of tears
And trouble troubles us all
But the hurt can't hurt forever
And the tears are sure to dry 
And it won't rain always
The clouds will soon be gone
The sun that they've been hiding has been there all along
And it won't rain always
God's promises are true
The sun's gonna shine in His own good time
And He will see you through


2 opmerkingen:

  1. Hallo, Magda
    Ik vind het heel ontroerend om je stukjes te lezen, en heb veel respect voor de manier waarop jij met je ziekte omgaat.
    Ook heb ik veel bewondering voor je positieve instelling en de manier waarop jij kracht put uit het geloof.
    Ik hoop dat je nog geruime tijd mag doorbrengen met je dierbaren.
    Veel sterkte en de hartelijke groeten,
    Antje Rotgers

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Hallo Magda,
    Ook ik ben diep ontroerd door wat je geschreven hebt op je nieuwe blog. Echt, ik bewonder je kracht en heb diep respect voor jou. Je gaat op een zo speciale manier met je ziekte om, dat kan ik alleen maar bewonderen. Ik hoop van ganser harte dat je nog lang onder ons mag blijven en wens je heel veel sterkte en kracht toe.
    Veel lieve groeten van mij,
    Marianne

    BeantwoordenVerwijderen